Nieuws

Kort overdwars column nr. 406

Met oma in één huis

Vroeger was het normaal dat generaties in één woning samen leefden. Gewoon omdat het zo hoorde, vanwege de woningnood of omdat het handig was. Oma kon koken of oppassen, opa deed kleine klusjes en de jongere generatie zorgden voor de ouder wordende ouders. In mijn familie is dat ook zo gegaan. In het ouderlijk huis van mijn vader en zijn zus in Rotterdam woonden we, door de naoorlogse woningnood, met z’n achten: opa, mijn ouders en ik beneden, mijn tante en oom met hun twee kinderen op de eerste etage. Opa had een klein kamertje met alleen een bed en een leunstoel. Nog niet zolang geleden besefte ik ineens hoe vreemd dat voor mijn opa moet zijn geweest, nadat zijn vrouw was overleden werd hij naar het kamertje ‘verbannen’ en nam de volgende generatie alle ruimte in. Ik was veel boven bij mijn tante Nel omdat mijn ouders allebei werkten. Ik heb daar goeie herinneringen aan en miste de familie toen mijn ouders een eigen woning kregen in Den Haag. Dat samen met familie in een huis om voor onze ouders te zorgen, dat willen we niet weer, blijkt uit een onderzoek van de ANBO. De generatie ouderen van nu wil zelfstandig wonen. Eerlijk is eerlijk, ondanks de fijne jaren in Rotterdam, moet ik er ook niet aan denken dat ik jarenlang met mijn oude ouders in één huis had moeten leven of dat mijn schoonouders bij ons in zouden wonen. Ik kan dit rustig zeggen, want de enige die er nog is, mijn schoonmoeder, wil absoluut niet met ons in één huis. En ik ga er ook van uit dat mijn kinderen mij niet in huis willen hebben als ik stokoud en hulpbehoevend ben.

  9-12-2022
 Els Windau, Henk

pagina terug