Nieuws

Kort overdwars column nr. 388

Herinneringen aan een kat

Tatum was een spierwitte kat. Zij werd vernoemd naar Art Tatum, een zwarte jazzpianist. Een bekend jazznummer van deze pianist heette de Tigerrag. Ik weet niet of die titel heeft meegespeeld toen de poes haar naam kreeg. Tatum was er al toen ik de vader van mijn kinderen leerde kennen. Hij had haar via een kennis verkregen. Tatum was proefdier geweest op de universiteit van Amsterdam en mee naar buiten gesmokkeld door een student. Tatum had een litteken op haar kop en het verhaal ging dat ze een radiografisch besturingssysteem in haar poezenhoofdje had gehad. Of het daardoor kwam dat ze zowel stapelgek als reuze slim was, weet ik niet, ze zorgde in ieder geval voor verrassende gebeurtenissen. Tatum kon apporteren. Dan gooide ik een kiezelsteentje en die kwam ze terugbrengen. Niemand geloofde dat natuurlijk, dus zette ik met een viltstift een teken op een steentje, wierp deze weg op het kiezelpad en dan kwam ze altijd met de juiste kiezel terug. Als het regende schuilde ze onder de koeien in het weiland, ze was absoluut niet bang, soms stond ze neus aan neus met zo’n zwart wit gevaarte. Tatum joeg op alles, zelf op mollen. Ik heb haar een keer een mol uit de grond zien trekken, ze groef de molshoop af, stak er een poot in en hengelde het beestje er zo uit. Trots liep ze er mee naar de schuur waar ze dan nog uren met het lijkje speelde totdat het haar verveelde en ik de rotzooi kon opruimen. De enkele keer dat mevrouw het beliefde om op schoot te komen zitten, eiste ze volledige aandacht. Een glas of kopje werd al als een rivaal gezien en met een ferme stoot met haar kop sloeg ze dat uit je hand. Ze kon nog jaloers op een boek zijn. Als er kinderen op bezoek kwamen, werd Tatum opgesloten. Toen ze een keer ontsnapte en krijsend en bijtend en met vier poten met uitgeslagen nagels op een jongetje van vijf sprong, werd het pas echt duidelijk waarom we haar opsloten. Dat ze zo’n enorme hekel had aan kinderen betekende ook haar einde. Geboortejaar onbekend maar redelijk op leeftijd, met een paar kankergezwellen waar ze ogenschijnlijk geen last van had, ben ik toen met haar naar de dierenarts gegaan om haar in te laten slapen. Normaal een klusje van de arts en zijn assistente maar ze konden deze grote dikke lompe maar oersterke kat niet met zijn tweeën aan. Ik moest helpen. De tranen stroomden me over de wangen toen ik langzaam het leven uit haar voelde vloeien. Ondanks dat ze stapel mesjogge was, hield ik enorm veel van dat dikke witte monster.

 10-06-2022
 Els Windau, Henk

pagina terug