Nieuws

Kort overdwars column nr. 359

Naoberschap

Ik heb het niet altijd door dat we in de buurt elkaar allemaal een beetje in de gaten houden of het wel goed gaat. Soms leidt het tot grappige gesprekken. Op de terugweg van de bakker wordt ik aangesproken door de overbuurvrouw, ze heeft een ietwat zorgelijke blik, ’Hoi Els, alles goed bij jullie? Jullie hadden gisteren de hele dag de gordijnen dicht. Ik ben nog achterom gelopen, zag een vreemde auto staan en dacht toen: ze hebben zeker logees in huis en zijn zelf weg.’ Ik schiet in de lach. ‘Nee buuf, we hebben een nieuwe auto en ik heb de gordijnen gewassen.’ Ik leg uit dat het ‘inbetweengordijn’ zo’n grote lap stof is, dat ik het niet op het droogrek of de droogmolen krijg en dat de tere stof ook niet in de wasdroger mag. Ik hang het hele gedoetje alleen gecentrifugeerd en nog vochtig aan de gordijnrails en doe de verwarming of de houtkachel aan en dan is alles de volgende ochtend droog. Omdat we die gordijnen vrijwel nooit dicht hebben, zei ik gisteren nog wel tegen Erno: ‘Wat zullen de buren allemaal wel niet denken als we de hele dag de gordijnen dicht hebben?’ Hij dacht dat het wel zou opvallen maar dat niemand er iets zou van gaan vinden. Het gesprek met de buurvrouw kabbelt verder over de auto en hoe het rijden in een hybride bevalt, het weer, de hond. Ik ben gelukkig met het naoberschap in ons buurtje.

 29-10-2021
 Els Windau, Henk

pagina terug