Nieuws

Kort overdwars in lockdown nr. 47

Pensioen

Vroeger was dat helder, vijfenzestig jaar oud en je ging ‘met pensioen’ en je kreeg AOW met of zonder een pensioenuitkering. En met of zonder geraniums om achter te gaan zitten. Nu is dat flexibel met als gevolg dat ik in september met zesenzestig jaar en vier maanden de pensioengerechtigde leeftijd bereik. Reden voor een feestje? Wel nee. Ik ben, nadat ik ben wegbezuinigd als 58-jarige, nooit meer betaald aan het werk geweest, het is al jaren alsof ik ‘met pensioen’ ben. Het enige wat gaat veranderen is mijn inkomen, ik krijg AOW en ik mag gaan genieten van mijn pensioen-gat. Toch voelt het raar, ouderdomspensioen lijkt oud terwijl ik me niet oud voel. Dat is het moment dat ik mezelf de idiote vraag stel: ’Wat wil je later worden, als je groot bent?’ Ik weet het meteen: restaurateur, schrijver en nog zo’n tien creatieve beroepen. Maar uiteindelijk wil ik gewoon Els zijn, mezelf zijn, als ik groot ben. Die pensioendatum geeft ook een bepaalde rust, ik hoef niet meer. Ik hoef niet meer in loondienst te werken, niet meer te solliciteren en ik hoef niet steeds maar weer te bewijzen dat ik door mijn gezondheidsklachten niet fulltime kan werken. En met het besef dat ik ‘niet meer hoef,’ daalt er een blij makend gevoel van vrijheid over me heen. Ik zie er niet tegenop, ik kijk er naar uit om zesenzestig jaar en vier maanden te zijn. Ik kan gewoon doorgaan met waar ik mee bezig ben, columns schrijven, de kunstenmaker en dichter uithangen of ik kan als het virus weg is een paar uurtjes vrijwilligerswerk gaan doen.

 12-03-2021
 Els Windau, Henk

pagina terug