Nieuws

Kort overdwars 271, door Els Windau

Zus

Zus is niet alleen mijn zus, maar ook mijn allerbeste vriendin, degene die, ondanks dat ze negen jaar jonger is, mij het langst kent en de enige die echt begrijpt wat voor jeugd wij hebben gehad met een depressieve vader en het turbulente huwelijk van onze ouders. Dit realiseer ik me op het moment dat mijn zus me vertelt dat ze kanker heeft. Jongere broers en zussen horen geen kanker of andere levensbedreigende ziekte te krijgen en al helemaal niet dood te gaan. Het is de verkeerde volgorde. Mijn zus voelt zich niet ziek, maar is het wel. Ze heeft een gezwel in haar been. Kanker, en dan ook nog een vrij agressieve soort. Oorspronkelijk gediagnostiseerd als een forse vetbult. Zus had er last van en de huisarts wilde, voor dat hij ging snijden, toch even een echo maken. Toen ging het ineens heel snel, punctie, scan, MRI, met daaruit voortkomend een behandelplan. Zes weken lang vijf dagen in de week bestraling en daarna, als de bestralingswond genezen is, een operatie. Het lijkt op dit moment allemaal behandelbaar. Zus en ik hebben wat afgehuild aan de telefoon de laatste weken. Huilen van verdriet, boosheid, machteloosheid en ook opluchting omdat er met de MRI geen uitzaaiingen in de longen zijn gevonden. Zus gaat een spannende periode tegemoet en ik wil dicht bij haar zijn, mijn armen om haar heen slaan, maar door die stomme corona moeten we afstand houden. Een coronabesmetting kan ze er nu echt niet bij hebben.

 25-09-2020
 Els Windau, Henk

pagina terug