Nieuws
Kort overdwars 96, een cursiefje door Els Windau
Tandarts
December en juni zijn de maanden van onze halfjaarlijkse controle bij de tandarts. Niet zo handig. In juni is het vlak voor de vakantie en in december zit er altijd wel eentje aan het kerstdiner met nieuw vulmateriaal in zijn mond. Mijn relatie met tandartsen is nogal wisselend te noemen. De eerste waar ik kwam, moest de boor nog aantrappen met een voetpedaal. Een gat uitboren duurde minstens drie keer zo lang als tegenwoordig. Verdoven leek in die tijd nog niet te bestaan. De tandarts in Arnhem was een oude hippie. Hij bood me een sigaret aan op onze eerste afspraak, zaten we samen gezellig te roken. Daarna vertelde hij, dat hij maar drie dagen per week werkte. Hij had bewust voor dit beroep gekozen omdat je dan zoveel verdiende, dat je voor een riant bestaan maar weinig hoefde te werken. Vreemd misschien, maar hij heeft me wel in korte tijd van mijn angst voor tandartsen afgeholpen. De eerste tandarts in Assen heeft dat geheel verpest door bij een zenuwbehandeling te zeggen dat verdoven onzin was. Ik gillen van de pijn, hij vloeken. De volgende en huidige tandarts kon dus weer helemaal opnieuw beginnen. Dat doet hij goed en met veel humor. Dit jaar ben ik de pineut en zit ik oudejaarsdag met een nieuwe vulling oliebollen te happen..