Nieuws
Kort overdwars 31, een cursiefje door Els Windau
Neut’n schait’n in Den Haag
We hadden het er al even over gehad. Als de kinderen met Pasen komen kunnen we wel even bij het neut’n schait’n gaan kijken. Ik vraag me dan af, of zo’n echte stadsfamilie het wel leuk vindt om aan zo’n typisch Drents dorpsgebeuren mee te doen. ‘Als jullie er niets aan vinden, moet je het meteen zeggen, dan gaan we terug naar huis,’ Felix twijfelt, maar als zijn opa Erno meedoet wil hij ook wel. Na één ronde oefenen, doet hij fanatiek mee. Als achtjarige spreekt hij schait’n natuurlijk uit als schijten. Mijn schoondochter Liz voelt zich meteen helemaal thuis, en niet alleen omdat ze gek is op spelletjes, deze dorpse bijeenkomst doet haar denken aan het leven op een klein Amerikaans eiland voor de kust van Maine, het eiland waar ze is geboren en opgegroeid. Ik vang een gesprek op tussen Liz met mijn zoon Tom. Ze vragen zich af of ze in een dorp zouden willen wonen. Het wordt een volmondig ja, ooit, maar nu nog niet. Werk, de schoolgang van de kinderen houdt hun nu nog tegen. Het noten schieten vinden ze geweldig. Dat je met zo weinig materiaal zo’n leuk én ingewikkeld spel kan maken. Ze nemen het idee mee naar huis, voor het buurtfeest aanstaande zomer. De jongste van vijf, Benjamin, heeft al een naam bedacht voor het Drentse spel dat naar Den Haag verhuisd: notenbowlen. Felix wil volgend jaar Pasen in ieder geval in Zeijen meedoen, hij heeft een tweede prijs te verdedigen.