Nieuws
Kort overdwars 30, een cursiefje door Els Windau
Zussenweekend reisverslag
De pret begint al met het inpakken van mijn weekendkoffertje. Wat neem je allemaal mee op de grens van winter en lente naar Zuid-Limburg. Daar lopen struiken en bomen eerder uit en is het vaak net iets warmer als in het Noorden. Laagjes dus, zegt zus: een hemdje, een shirtje, een vestje. Op vrijdag trein ik naar Arnhem en we reizen met haar auto verder. Op de snelweg vraagt zus: ‘In welk klein dorp heb jij nu altijd al koffie willen drinken?’ Ik hoef er niet lang over na te denken. ‘Vierlingsbes natuurlijk!’ Vroeger kende ik iemand die daar geboren is. Het dorpje heet eigenlijk Vierlingsbeek en die iemand liet zich behoorlijk op de kast jagen als ik Vierlingsbes zei. Op de A73 nemen we afrit 7 en even later zitten we met een wagenwiel grote spekpannenkoek (en koffie) voor ons neus. We denken allebei hetzelfde. Een pannenkoek, daar had onze moeder trek in, vierentwintig jaar geleden, de dag voordat ze stierf. Zus en ik maken foto’s van elkaar met de stroopfles in de aanslag. Aangepast aan deze tijd, appen we die direct aan onze echtgenoten. In het hotel in Valkenburg ontploffen onze koffers, zus heeft haar eigen hoofdkussen bij zich en ik drie paar schoenen! Tijdens een wandeling stellen we vast dat Valkenburg vergane glorie is. De volgende dag staat Maastricht op het programma. Met prachtig weer slenteren we van terras met koffie met vlaai naar een terras met wijntjes. We winkelen zestien kilometer en kopen niets. Dat laatste gelooft natuurlijk niemand, maar het is echt waar.