Nieuws
Kort overdwars 29, een cursiefje door Els Windau
Cijfers en getallen
Als kind op de lagere school had ik moeite met getallen, vooral met het bewerken ervan, zoals optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen. Op papier ging het goed, maar uit het hoofd rekenen is nog lang een struikelblok gebleven. Totdat rekenen voor mijn werkzaamheden noodzakelijk werd. De verantwoordelijkheid dwong me om het serieus aan te pakken. Ik kon toch moeilijk de kinderen, bij wie ik het niveau onderzocht, met een verkeerd IQ getal naar huis sturen. Tellen en twee keer narekenen, ezelsbruggetjes en trucjes en het ging steeds beter. Had ik er op school de noodzaak niet van ingezien omdat er machientjes voor waren? Ik weet het echt niet. Dat ik toch kon rekenen gaf me veel zelfvertrouwen. En toen ik tijdens een vervolgstudie het vak statistiek kreeg, ging ik los. Dat je met een paar cijfertjes een heel verhaal kon vertellen over hoe bijvoorbeeld de economie er voorstond, geweldig. Vandaag de dag ben ik nog steeds blij met die kennis en zie ik dat getallen soms verkeerd gebruikt worden in krantenartikelen. Zoals dat stukje in het DvhN over de zogenaamde ‘dodelijkste ijsweek sinds de hongerwinter.’ In januari 2018 stierven er 3837 mensen in de laatste week van januari en in diezelfde week in 1945 stierven er 4500 mensen. Op het eerste gezicht klopt de stelling. Maar als we kijken naar procenten van de totale bevolking, klopt er geen barst van. De bevolking is sinds 1945 meer dan verdubbeld. In absolute getallen klopt het verhaal, percentueel niet. Lang leve de statistiek!