Nieuws
Kort overdwars 28, een cursiefje door Els Windau
Spinnen
Er logeert al een paar dagen een grote spin op de slaapkamer. Een zwarte huisspin met een lijf van wel anderhalve centimeter en dan nog harige poten. Zij (of hij, hoe zie je dat aan een spin?) marcheert op de rand van het plafond heen en weer en slaapt in een hoekje. Spinnen mogen van mij hun werk doen in huis, ‘Ga maar lekker muggen en vliegen vangen,’ moedig ik ze aan. Gisteren was ze iets te dichtbij, vlak boven mijn hoofd. Ik ben er niet bang voor, maar het idee dat ze over mijn hoofdkussen gaat lopen stampen vind ik niet zo fijn. Spinnen aanraken, gaat me zelfs veel te ver. Voorzichtig met een theedoek vangen lijkt me al te kriebelig. Enfin, ik vroeg aan Erno of hij mevrouw de spin, voor we gingen slapen, toch maar even buiten wilde zetten. Toen ik naar bed ging, was de vogel gevlogen. Ben ik niet bang voor, maar die wil ik ook niet vasthouden. De parkiet van mijn tante vloog los door de kamer en knabbelde aan mijn oor, brrrr de rillingen liepen me over de rug. Maar goed, spin weg, onrust sloeg toe. Eerst pyjamabroek uitgeschud, stel dat ze daarin zat. Bed helemaal opengeslagen, onder het kussen gekeken, geen spin te vinden. Op weg naar het toilet zag ik haar zitten, boven de deur, op de deurpost. Ik bukte en dacht, als ze nou maar niet op mijn hoofd valt. En ik maar volhouden dat ik niet bang ben voor spinnen.