Nieuws

Kort overdwars 24, een cursiefje door Els Windau

Ontmoetingen

Tijdens het wandelen kom ik altijd wel iemand tegen. Bekenden met hond en dan moet ik die hond even aaien. Bekenden zonder hond, van wie sommigen heel aaibaar zijn. Dat staat zo vreemd, daarom hou ik het bij een praatje. Wegvragers zijn een heel ander slag mensen. Dan krijg ik een vage routebeschrijving of frommelig kaartje onder mijn neus gedrukt met de vraag: ‘kunt u ons vertellen waar we zijn?’ Ze hebben een pijl gemist of hebben de kaart ondersteboven en zijn daardoor ergens links in plaats van rechts gegaan. Wildvreemde kletstantes. Zeg ik ze goedendag en dan krijg ik vervolgens een compleet levensverhaal met bijbehorende sores te horen. Zwijgende recht-voor-zich-uit-kijkers, meestal toeristen uit het westen, die denken dat je in Drenthe nog kan wandelen zonder iemand tegen te komen. Vervolgens doen ze alsof je lucht bent. Tegen geruisloze achteropkomende hartverzakking veroorzakende mountainbikers zeg ik altijd: ‘Hé, mafketel, was die fiets zo duur dat je geen bel meer kon betalen!’ De gekste ontmoeting – als het al een ontmoeting genoemd kan worden - vond jaren geleden plaats. In de verte stond een auto naast de picknickbank bij het Bollenveentje. Toen ik dichterbij kwam zag ik de auto heen en weer schommelen, nog dichterbij zag ik dat de autoruiten helemaal beslagen waren. Erlangs lopend, zag ik twee grote bleke blote billen tegen het raam gedrukt. Natuurlijk dacht ik: als ik nu eens tegen de autoruit tik. Ik schoot in de lach en deed het toch maar niet.

 

 16-02-2018
 Els Windau, Henk

pagina terug