Nieuws

Column van Els Windau 92

Kunst

In de eerste week van januari, de laatste week van de kerstvakantie logeerde kleindochter Evie bij ons. Even weg van huis, waar ze af en toe stapelgek worden van haar beginnende puberale uitbarstingen. Oma’s tillen daar niet zo zwaar aan. Oma’s hebben ook makkelijk praten, ze hebben niet vierentwintig uur per etmaal te maken met een eigenwijze dwarskakker. Negeren zeg ik altijd. Want als je reageert op gepuber, dan reageren ze dubbelop terug. Maar goed, ze heeft zich die week bij ons uitstekend gedragen. We hebben een dag heerlijk uitgeslapen, dat wil zeggen ik slapen en zij de hele ochtend in bed lezen. We hebben veel gekletst en serieus gepraat. Maar het allerleukst vind ik om met haar te schrijven, schilderen of naar een museum gaan.
    Deze keer treinden we naar de tentoonstelling van Rodin in Groningen. We waren vroeg en het was nog niet druk. Evie huppelde door de zalen langs de beelden en weer terug. Ik loop wat rustiger en sta zo af en toe eens stil. Genieten van de vormen, het marmer en de precisie. Evie komt dan bij me staan en geeft onbevooroordeeld commentaar. Daar geniet ik dan nog meer van. Een lichaam dat uit een brok marmer lijkt te kruipen vindt ze maar niks. Ze vraagt: ‘Is dat beeld soms niet af?’ Even later roept ze uit: ‘Kijk eens wat knap, die hand, het is net echt!’ Bij het volgende museumstuk: ‘Oma is dat een man of een vrouw?’ Ik moet ook even heel goed kijken hoe alles in elkaar zit. Ze schiet in de lach bij een beeld van (Honoré de) Balzac, ze weet niet wie het is, wel wat. Bij elk beeldhouwwerk die Rodin van deze schrijver maakte, lijkt de man - en ook het beeld - lelijker te worden. Evie bespreekt luid en duidelijk de enorme onooglijke neus.
    Door haar onbevangenheid kan ik zelf ook kritischer kijken. Ik denk: het is wel heel veel van hetzelfde en fluister dat in Evie’s oor. Ik ben nog net van de generatie die met respect en bewonderend hardop praat over Kunst met een grote K. Maar stiekem vind ik kunst met een kleine k of zonder k veel leuker. Als we klaar zijn met Rodin dwalen we langs andere exposities. Evie en ik worden helemaal enthousiast in de zaal met kunstwerken van Joost van den Toorn. Ze zijn gek, kleurrijk, uitdagend en ondeugend. We ontdekken steeds meer rare details en zien ook andere kunstkijkers vrolijk worden. We zijn het er beide over eens dat we deze beelden veel leuker vinden dan Rodin.
    In de museumwinkel kopen we nog een potlood voor opa met de tekst ‘Genius at work’ (de titel van de Rodin tentoonstelling). Evie geniet in de trein na met De Denker……als gummetje.

  3-02-2017
 Els Windau, Henk

pagina terug