Nieuws

Column van Els Windau 88

Poes Poeki

Wie de naam heeft verzonnen weet ik niet, maar op een dag was ze er en werd ze zo genoemd. Pas veel later, toen Poeki al dood was, hoorde ik de Maleise vertaling van deze naam (een lelijk woord voor het vrouwelijk geslachtsorgaan). Dat wisten mijn ouders vast niet.
     Poeki was een zwarte poes met witte vlekjes. In tegenstelling tot de vorige kat - buitenbeest Moortje - was deze nieuwe kleine zwarte panter een schootpoes, een knuffelbeest en huiskat. Elk jaar veranderde Poeki één keer in een wilde jager. Ze mocht mee op vakantie naar de Veluwe. In het vakantiehuis vond ze al gauw een plek voor de kachel. Maar liever was de poes buiten, ze struinde door het bos en ving muizen en jammer genoeg ook vogeltjes. Als we weer naar huis gingen hielden we haar de laatste dag binnen. Een keer was onze poes kwijt en het was ongewoon dat ze niet kwam als we haar riepen. We liepen met de hele familie door het bos te zoeken. Ineens hoorde mijn moeder gemiauw: ‘Kom, snel, hier, ik hoor haar.’ Onder de grond hoorden we zacht gejank. Poeki was waarschijnlijk achter een konijn aangegaan in een hol en zat klem. De ingang van het konijnenhol konden we niet vinden. We zijn gaan graven op de plek waar het geluid het hardst was. Gelukkig leek ze te begrijpen dat we haar hielpen want ze bleef zitten. Toen ineens het kattenkopje met grote angstogen verscheen, zat ze helemaal onder het zand.
     Op mijn achttiende ging ik het huis uit maar ik mocht Poeki niet meenemen, ze was van mijn kat getransformeerd naar een familiekat.
     Poeki werd ouder en ouder, verloor haar tanden, werd doof en uiteindelijk zag ze vrijwel niets meer. Ze leefde op koffieroom en tartaar. Voor de open haard lag ze altijd op een kussen. Maar op haar oude dag begreep ze het allemaal niet meer zo goed. Als de laatste kooltjes in de open haard lagen na te smeulen ging ze erin liggen, dat leek haar lekker warm. Er werd een haardscherm aangeschaft om haar tegen te houden, maar ze kroop erlangs en ging in de warme as liggen. Dan werden mijn ouders wakker van de stank van verschroeid kattenhaar en moest ze weer gered worden.
     Toen Poes Poeki er op 23-jarige leeftijd de brui aan gaf, hebben we met de hele familie zitten huilen. Ze was zo’n belangrijke tijd - mijn jeugd en die van mijn zusje -  bij ons geweest.

  6-01-2017
 Els Windau, Henk, Rolf

pagina terug